Hemelse tranen
18 oktober 2018 Jos
De regenman is langs gekomen,
met tranen van de hemel
rijk van zegen voor onze aardse grond.
Ons lichaam is ervan gemaakt,
levengevend dorst ook van de ziel,
ongestild en zonder zijn we verloren.
Vallende waterdruppels
sereen van rust, die spreken
van het oneindig universum.
Plots versnelt hun vaart,
zwelt aan hun kracht,
passie verhoogt het ritme van hun slagen.
Van tijdloze verre velden
striemen ze onze bodem,
hun schreien vult de stilte van de nacht.
Aangedaan baden onze ogen in dit heilige water mee,
een kleine wijle, dan verheft de schans zich weer
voor die heilzame vrucht van boven.
Blindheid kent zijn eigen rust,
die voorhang houdt het bij het oude,
waarmee vergleden is onze kans op helen.
Zijn diepst verlangen,
bron van al zijn zoeken,
dit hartzeer van verlorenheid.
Het geeft zoveel pijn
terwijl het herwinnen faalt,
om het kwijt zijn van het paradijs.
De stilte is weer daar,
hoe teder is haar zoetheid nu,
in dit verdriet van eeuwen.
Hij zegt terug te komen,
de regenman volgt zijn passie trouw,
liefde uit de eeuwigheid droogt nooit op.
Verhelderend naschrift:
De regen wekte me in de vroege ochtend, iets over vijf. Ik had gedroomd, het kwam uit verre oorden, ver voorbij het wereldse. De overstijgende stilte in het regenen voelde als hemels spreken, in universele taal.
Terwijl ik lag te luisteren ben ik gaan schrijven en toen de regen heftiger werd, leek die met versterkte urgentie te spreken. Opgewonden ook, vol passie en met versnelde hartslag. Het luisterde voor me als een concert, de ruimte die het vulde sprak met grote nadruk, van het zoete maar ook van het oneindig huilen, zo ver als het oor en oog kan reiken en veel verder nog, vanuit het diepst verleden alsof het kosmische het altijd bij zich draagt.
Toen de druppels minderden in vaart en rustiger werden bleven ze toch spreken. De stilte en de liefde die ze droegen waren zo aanwezig dat het huilen heel dichtbij kwam, maar anders nu, strelend en troostend en vol tederheid. De woorden volgden dit en bij het wegsterven van dit spreken uit de ruimte nam het afscheid en fluisterde mij toe dat het weer zou komen. De laatste regels laten zich zo lezen.
Jos, oktober 2018